Elke dag verse groente en fruit eten is in Moerwijk – de armste wijk en ook de meest ongezonde wijk van Nederland – een luxe die veel mensen hier zich niet kunnen permitteren. Bewoners verenigt in de Moerwijk Coöperatie wil daar graag verandering in brengen en neemt daarom het initiatief voor het opzetten van een Voedseltuin in Moerwijk. Dit doen we op het terrein van én in samenwerking met Stichting Buurtuin Moerwijk.
Buurttuin Moerwijk
Buurttuin Moerwijk is een fijne groene plek aan de Guntersteinweg 14 in Den Haag. Een groene oase in Moerwijk. Er is een moestuin, een terras, een vuurplaats en een mooie druiven-pergola. Twee kleine groentekassen mèt watergeefsysteem. Er is een blokhut met zitplekken, een keukentje en een toilet. De buurttuin heeft als doel een ontmoetingsplek te zijn voor de mensen in de buurt. Daarnaast zijn gezonde groenten en kruiden, en leren over de natuur, van belang.
En straks kweken we er (nog meer) biologische groenten en fruit. Zowel voor eigen gebruik en als aanvulling op het voedselpakket naar de Voedselbank in Moerwijk.
Een mooi voorbeeld van wat stadslandbouw kan betekenen voor een stad: Voedseltuin Moerwijk zorgt niet alleen voor gezond voedsel, maar biedt vooral een plek om elkaar te ontmoeten en weer mee te kunnen doen. Zo dragen de deelnemers bij aan het produceren van voedsel én kunnen ze tegelijkertijd in een groene omgeving weer meer zelfvertrouwen krijgen en skills ontwikkelen. Geen overbodige luxe in een wijk met het hoogste armoedecijfer van Nederland.
Naast een tuin is het vooral ook een plek om elkaar te ontmoeten en samen iets te doen; van het produceren van voedsel, tot actief zijn in het groen tot het ontwikkelen van talenten.
Hoe gaaf is dat?!
Waarom is het zo belangrijk dat de Voedseltuin er in Moerwijk komt? Goeie vraag! Omdat het een bijzonder project is, want hier worden drie vliegen in één klap geslagen: duurzaamheid, werken aan een betere gezondheid en meer gelijkheid. Driedubbele baten dus – het natuurlijk kapitaal wordt goed benut! Niet voor niets was een soortgelijk project één van de goede voorbeelden van een grote Europese studie.
De Voedseltuin is duurzaam omdat er bijvoorbeeld geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en er alleen seizoensgroenten worden geteeld. Het kan bijdragen aan de gezondheid van mensen vanwege het groente en fruit dat wordt toegevoegd aan het voedselpakket van de Voedselbank. En last but not least: het draagt bij aan gelijke kansen; het helpt mensen weer werkfit te worden en aan (passend) werk te geraken.
Voordelen van stadslandbouw Via de buurtmoestuin wordt een verbinding gelegd tussen beleid voor gezondheid en beleid voor de leefomgeving. Dit helpt om deze maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Een eerdere studie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) zette de voordelen van stadslandbouw op een rij.
Voedselbank Moerwijk In Nederland leven meer dan een miljoen mensen onder de armoedegrens. De 170 aangesloten voedselbanken door heel Nederland ondersteunen deze mensen door het bieden van directe voedselhulp. De Voedselbank in Moerwijk helpt mensen die niet genoeg geld hebben om iedere dag een volledige maaltijd op tafel te zetten. De vrijwilligers zamelen levensmiddelen in en stellen deze gratis ter beschikking aan huishoudens die, tijdelijk, onvoldoende in hun levensbehoefte kunnen voorzien. Van wat er overblijft maken we maaltijden. Zo gaan we dubbel de voedselverspilling tegen. De slogan van de Voedselbank is niet voor niets ‘oog voor voedsel, hart voor mensen’.
Uit onderzoek blijkt dat het voor een gezond voedingspatroon nodig is dat er extra groente en fruit aan de voedselpakketten wordt toegevoegd. En zeker voor een ongezonde wijk als Moerwijk is dat zeer belangrijk. Daarom willen Stichting Buurttuin Moerwijk en de Moerwijk Coöperatie met de Voedseltuin (een groot deel) van de benodigde groenten en fruit voor de Voedselbank Moerwijk leveren.
Op de projecten pagina hier op de website delen we geregeld allerlei info en inspiratie. Leer verder>>
Ben je enthousiast en wil je meedoen? Laat dan ajb je gegevens achter dan nemen we zo snel mogelijk contact met je op.
Meer dan duizend bewoners en buurtprofessionals online bij elkaar brengen om te leren over wijkaanpakken in het verleden, anno nu en in de toekomst. Een dag met veel praktische workshops en verdiepende gesprekken over de kansen van werken met de buurten en wijken als uitvalsbasis. We hebben de hoogtepunten op een rij gezet. Dit was de Dag van de Buurt 2021.
Door Karlijn Ligtenberg
De buurt als medicijn tegen waardeloosheidspijn “Wie niet gezien of gehoord wordt een stem geven, wie ergens woont een plek geven, wie iets doet erkenning geven – dat is de essentie van een samenleving. Daar strijdt u voor.”
Lucas de Man opende de Dag van de Buurt, en hoe. Geen verrassing dat deelnemers vroegen of ze die performance nog eens konden horen of teruglezen (.pdf download).
Bekijk zijn performance
Presentator Hadassah de Boer – naar eigen zeggen ”een echte buurtbeliever” gaf vervolgens het woord aan Dave Ensberg-Kleijkers. Hij is directeur-bestuurder van Jantje Beton, een goed doel dat zich inzet voor mooie speelplekken in alle buurten zodat kinderen de ruimte hebben om lekker zorgeloos te spelen en van hun jeugd te genieten. “Niet denken aan zorgen, of de agenda, maar gewoon zijn in het moment. Spelen zit in onze natuur. Of je nu komt uit Suriname of Azië, spelen zit in het DNA van de mensheid.” Met de bekende cultuurhistoricus Johan Huizinga in het hoofd definieerde Ensberg wat spelen is; een vrije handeling, die niet per se direct materieel nut heeft. En wat Ensberg-Kleijkers betreft verdient ‘spel’ dan ook een plaats in de piramide van Maslov.
Buitenspelen: medicijn tegen ellende “Ik ben 36, een kind van Surinaamse ouders, die elkaar leerden kennen op Schiphol. In Suriname hadden ze een mooi leven opgebouwd, werkzaam in het onderwijs en bedrijfsleven, ze woonden in een prachtig huis. Onder het militaire regime van Bouterse, vluchtten ze naar Nederland omdat het daar veilig was,” vertelde Ensberg-Kleijkers. In Nederland werd hij geboren, en tijdens de geboorte raakte zijn moeder gehandicapt, en dat zette haar leven – en dat van het gezn op de kop. Ensberg-Kleijkers: “Ik merkte als kind hoe heftig het is om onderdeel te zijn van een gezin met vluchttrauma. En dan was er ook sprake van het trauma rondom het verhaal van de handicap. Mijn vader verloor zijn baan. Armoede werd op een gegeven moment de norm. We waren blij als er een kaakje voor bij de thee te krijgen was. Als kind was het even ontsnappen aan de ellende thuis: buiten spelen, voetballen met vriendjes. Even niet de ellende, het serieuze, en af en toe ook de onveiligheid van thuis. Ik kon lekker weg zijn. Ja, voor mij is buitenspelen heel serieus geweest als kind. Het was mijn medicijn tegen ellende en ongeluk.”
Nu speelt 15 procent van de kinderen nooit buiten. Tijdens corona wordt het alleen maar meer, stelt Ensberg-Kleijkers vast. 75 procent van de kinderen beweegt tijdens de lockdown minder, en voor kinderen met handicap is er grote eenzaamheid aan de orde. Als volwassenen moeten we kinderen vooropzetten in beleid en handelen. Een betere buurt bouwen begint met kinderen. Hen de ruimte geven – letterlijk en mentaal – om buiten te spelen.”
Nieuwe wijkenaanpak? Wie nadenkt over de vraag naar betere buurten, komt zeker uit bij de wijkenaanpakken van het verleden. Cultuurpsycholoog Jos van der Lans en LSA-bestuurslid Petra van Duynhoven spraken daar dan ook over tijdens de Dag van de Buurt.
Van Duynhoven kent de wijkaanpak vanuit Brukske, de Venrayse wijk waar ze al decennia woont. “Een echte volkswijk, waar mensen wonen van heel veel soorten pluimage. Je vindt het allemaal terug. In een wijk als Brukske, daar hoeven mensen zich niet te laten vangen in doelgroepen. Bewoners weten samen heel veel dingen goed op te pakken. Ik woon dertig jaar in deze wijk, heb er vier kinderen groot gebracht. Twee van mijn kinderen wonen er nog altijd. Als je er jong kan zijn en oud kan worden, wat wil je nog meer?’ Ze ziet dat de overheden vaak de grote beleidsmakers zijn. “Dan komt er altijd een punt waarop men denkt dat de sociale vernieuwing in de wijk wel het punt bereikt had waarop wijkbewoners het allemaal alleen zouden kunnen. Dan wordt er afgeschaald.” Zo’n tien jaar geleden zag ze het om haar heen gebeuren. “Het wordt minder met de inzet van de wijkagent, er zijn minder sociaal beheerders van woningcorporaties, de gemeente gaat weer anders kijken naar geld en uren.”
Herwaardering van Vogelaarbeleid? Jos van der Lans: “Het moment dat Petra schetst, is precies het punt waarop Vogelaarbeleid ruw werd afgebroken – politiek gesproken,” stelt Van der Lans. Het Vogelaarbeleid volgde op op jaren van aandacht voor wijken, met nieuwe combinaties van bewoners en ambtenaren, een wens op op het allerlaagste niveau van de verzorgingsstaat dingen te realiseren.” Van der Lans: “Dat is van tafel geveegd. De aandacht en gezamenlijkheid vloeiden weg. De gevolgen zien we nu. Nu komen we bij elkaar om die draad op te pakken, dat is geweldig. Er is zo veel kennis. We moeten die batterij aan kennis naar de oppervlakte brengen.” Wat Van Duynhoven daar graag aan toevoegt: “Mensen in een wijk weten nog steeds hoe het moet in hun wijk. Dat wordt vaak vergeten. Sommige wijken hebben – en ik zeg het niet graag, want ik vind alle wijken even sterk – meer ondersteuning nodig. Dan is het ellendig als iemand van de gemeente weggaat, die precies goed voelt wat speelt. Zorg dat de professionals die werkzaam zijn in de wijk, continu ondersteunen.”
Er moet nog wel wat water door de Rijn stromen, merkt Van der Lans op. Toch is hij met Van Duynhoven eens dat het belangrijk is om bij potentie aan te sluiten. “Zorg er voor dat het niet zo’n zieligheidskarakter wordt, zo van: ‘wij gaan achterstand bestrijden’. Vogelaar zei: ‘We moeten het niet hebben over moeilijke wijken, maar over krachtwijken.’ De manier waarop je erover praat, is cruciaal voor wat voor een processen je voortbrengt.”
“De urgentie is groot” En wat is de plek van overheden in dit grote plaatje? “Vooral kijken hoe we beter kunnen luisteren en leren, hoe we kunnen aansluiten bij wat er gebeurt,” zegt Andy Clijnk, de programmamanager Leefbaarheid & Veiligheid van ministerie van Binnenlandse Zaken. “De urgentie voor wat er gebeurt in kwetsbare gebieden, die wordt gevoeld, ook op de Haagse vierkante kilometer.” Op de vraag van presentator Hadassah de Boer of dat ook te maken heeft met de afgelopen dagen van rellen, of de toeslagenaffaire, zegt Clijnk: “Zeker, het heeft best een schok gegeven. Iedereen voelt, en weet, dat er andere dingen nodig zijn dan tot nu toe.” Clijnk, die zelf actief is in een wijkplatform, concludeert: “Het vrraagt wel iets anders dan hoe we het nu doen. Het nieuwe kabinet moet het belangrijk gaan vinden – en ik denk ook dat dat gaat gebeuren. De urgentie is groot. Daarom willen we het leren over wijkaanpak ook goed organiseren, zoals we dat doen op een dag als vandaag. En niet één dag, maar het hele jaar door. Daarom is www.wijkwijzer.org gemaakt. Een online kennisplatform en ontmoetingsplek voor mensen zoals iedereen die vandaag aanwezig is.”
Als ik minister van Wijken zou zijn Een aantal bestuurders gaf later op de dag antwoord op de vraag: “Wat als ik minister van Wijken zou zijn?” Tanja Jadnanansing, stadsdeelvoorzitter van Amsterdam Zuid-Oost memoreerde de dinsdag, eerder die week. “We hebben laten zien wat er gebeurt als de community opstaat, en zegt: we gaan niks stuk maken – we gaan bouwen. Je kunt oproepen tot rellen, maar Amsterdam Zuid-Oost doet niet mee” Een succesvolle wijkaanpak vraagt volgens haar om LEF: luisteren – “naar mensen in de wijk, en dan niet van: ‘u vraagt, wij draaien’, – empathie en flexibel faciliteren. “We moeten veel vrijer durven te denken.”
Harry van der Molen – CDA-Kamerlid, eerder wethouder in de gemeente Leeuwarden: “Een minister van Wijken, moet vooral realiseren dat ‘ie er voor de wijken is. Uiteindelijk is de wijk van de mensen die daar wonen. Ik zou me realiseren dat mensen die er wonen mijn bondgenoten zijn. Ik vind dat bewoners veel moeten doen; daar bloeien mensen van op.”
Hester van Buren, bestuurder woningcorporatie Rochdale, wil behalve een minister van Wijken óók graag een minister van volkshuisvesting, die in het kabinetsbeleid ontzettend wordt gemist. Haar overtuiging: “In Nederland moet het niet uitmaken in welke buurt je opgroeit.”
Marco Pastors, directeur van Programma Rotterdam-Zuid: “Ik doe het alleen als ik er minister van Wonen, Wijken en integratie van mag maken. Het is alledrie belangrijk. De scholen moeten ‘ja’ zeggen, de corporaties moeten ‘ja’ zeggen en de werkgevers, de gemeenten moeten ook meedoen.”
Burgemeester van Arnhem, Ahmed Marcouch sluit af: “Nederland is een prachtig land, een mooi land, en een rijk land. Alleen van die pracht en schoonheid profiteert lang niet altijd iedereen. Er zijn te veel gebieden waar mensen letterlijk aan het overleven zijn. Er moeten woningen bij komen. De bestaande voorraad moet beter. En ieder kind verdient perspectief op een goede toekomst. Daar is het onderwijs de sleutel.”
Een wijkaanpak vraagt landelijk beleid dat wordt geïnspireerd door bottom-up. Hoe kan dat goed samengaan? Het leverde naast een levendig debat ook een verhit gesprek op in de chat van deelnemers. Sommigen misten bijvoorbeeld aansluiting tussen bestuur en uitvoering. Ook dat geeft voeding voor het gesprek over hoe er landelijk ingezet kan/moet worden op wijkaanpak.
Wat is jouw Hartenkreet voor de buurt? De Tweede Kamerverkiezingen komen eraan. Als het aan ons ligt komt er in het volgende kabinet méér aandacht voor buurten en wijken. Geef het toekomstige kabinet een vliegende start met jouw hartenkreet voor leefbare, veilige en veerkrachtige buurten in heel Nederland.
Laat van je horen op www.hartenkreetvoordebuurt.nl Benieuwd naar de hartenkreten die al zijn verzameld? Klik hier. De boodschap van een van de bezoekers van de Dag van de Buurt: “Vandaag heb ik geleerd dat het niet gaat om mensen laten participeren maar om het toepassen van de ABCD techniek in wijken door vanuit de behoeften in de wijk in te spelen op wat nodig is. Door mensen te sturen vanuit overheidambities werkt niet. Continuïteit is belangrijk. Aanbestedingen werken niet in ons vak.”
De Dag van de Buurt is een gezamenlijk initiatief van Ministerie BZK, Platform31, Movisie, LPB en LSA. Hiervoor werken we samen in een programma aan een nieuwe aanpak ‘leefbaarheid en veiligheid’. De organisatie van de Dag van de Buurt was in handen van LSA, het landelijk netwerk van actieve bewoners.
Over de Moerwijk Coöperatie
De Moerwijk Coöperatie is een bewonersorganisatie + bewonersbedrijf + bewonersplatform in 1.
Een bewonersorganisatie om de bewoners te vertegenwoordigen en dingen te kunnen agenderen en al dan niet samen met de gemeente te organiseren.
Een bewonersbedrijf om de nodige werkzaamheden zelf (betaald) uit te kunnen voeren. Genoeg te doen!
Een bewonersplatform om belangrijke zaken die in Moerwijk spelen en ons aan het hart gaan zichtbaar en bespreekbaar te kunnen maken.