Veel kinderen wonen naast elkaar, maar kennen elkaar niet

De troonrede van Yasmine Qountich

Yasmine Qountich is de jongste Moerwijker met een troonrede. Als woordvoerder van de Kinderraad Moerwijk neemt ze het op voor de kinderen in haar wijk. Voor die groep wil ze meer leuke speelplekken dichtbij hun huizen zodat er vaker samen kan worden gespeeld.


Yasmine woont haar hele leven in Moerwijk. Dat is inmiddels alweer 13 jaar. Als oudste dochter van het gezin probeert ze haar broertje Mohamed (7) en zusje Racha (3) te laten zien dat leren leuk is en dat het voor de toekomst belangrijk is. “Op de basisschool was ik helemaal niet zo bezig met ‘later’, dat is inmiddels wel veranderd. Nu weet ik dat ik mijn best wil doen, voor mezelf”.

Yasmine heeft de smaak van het leren te pakken gekregen en dat heeft meteen resultaat gehad. Van vmbo-t maakt ze de overstap naar een havo-klas. “Het eerste jaar op de middelbare school was best wel zwaar. Ik was vroeger niet goed in ‘woordenschat’ en begrijpend lezen, maar dat is gelukkig anders geworden. Ik weet eigenlijk niet waarom, misschien omdat ik nu pas besef dat leren belangrijk voor me is. Voor een betere toekomst”.

Een concreet doel heeft Yasmine nog niet voor zichzelf gesteld. “Ik vind talen leuk, daar ben ik nu ook best goed in. Maar we moesten bijvoorbeeld ook een flipperkast maken dit jaar. Ik snapte niet goed waarom en vond het ook niet zo leuk… Wat ik later wil worden, weet ik echt nog niet. Mijn ouders zijn in elk geval heel blij en trots dat het goed gaat op school. Volgens mijn vader is het ’t mooiste cadeau dat ik mijn best blijf doen. Niet voor hem, maar omdat ik het zelf wil”.

‘Kinderen bij ons in de buurt gaan eigenlijk niet zo vaak naar buiten’

Wiebelding

Door alle studie-uren is Yasmine weinig aan spelen toegekomen. Daarbij was ze ook druk als vrijwilliger in de Kinderwinkel waar ze andere kinderen met huiswerk hielp. Daarvoor kreeg Yasmine een Haags Jeugdlintje. “Vriendinnetjes vroegen me wel of ik ook naar buiten kwam, maar vaak kwam ik moe thuis of had ik huiswerk. Kinderen bij ons in de buurt gaan eigenlijk niet zo vaak naar buiten: in onze tuin bij de Van Baerlestraat heb je twee schommels en zo’n wiebelding (een wipkip gemaakt met een brommer-onderdeel, red.) en verder alleen maar groen. Voor oudere kinderen zoals ik is er niet veel te doen”.

De tuin mag van Yasmine dus wel een opknapbeurt krijgen. Maar ze weet dat er ook buren zijn die bang zijn dat de jongeren voor overlast zullen zorgen. Daar is Yasmine niet op uit; zij wil vooral dat de nieuwe generatie Moerwijkers meer met elkaar gaat samendoen. “Veel kinderen wonen naast elkaar, maar kennen elkaar niet. Ook is het zo dat kinderen van hun ouders niet naar pleintjes in de wijk mogen vanwege het drukke verkeer en de grotere jongens. Ik zou het daarom fijn vinden als er dichtbij de huizen waar kinderen wonen leuke plekken zijn waardoor kinderen meer met elkaar kunnen buitenspelen”.

Nachtmannen

Iets anders dat Yasmine graag opgelost ziet, is de overlast die ‘de mannen in de nacht’ veroorzaken. “Ik ga niet zomaar over mensen oordelen, dat wil ik niet, maar als ik heel eerlijk ben, vind ik het soms best een beetje eng in de wijk. Laatst hebben ze dure spullen gestolen uit de auto van mijn vader. Dat is hem wel vaker overkomen en hij is niet de enige. Het zijn niet alleen auto’s waarin wordt ingebroken, ook bij winkels gebeurt het. Dat maakt dat het wel gevaarlijk is hier…”.

Desondanks blijft Yasmine het liefst nog jaren in Moerwijk wonen. Maar of dat op de plek is waar ze nu woont? “We hebben een huis met drie kamers en zijn met z’n vijven. Dat is best krap. We zouden dus best een iets grotere woning willen, het liefst in de buurt van waar we nu wonen. Hier hebben mijn ouders vrienden en bekenden, we kennen de plekken en weten in Moerwijk de weg. Mijn moeder zegt dat als je ergens anders naartoe gaat, je weer helemaal opnieuw moet beginnen terwijl we thuis zijn in Moerwijk. Daar ben ik het wel mee eens”.

‘Als ik heel eerlijk ben, vind ik het soms best een beetje eng in de wijk’

Fotografie: Roos Koole

Soeboer opent Javaanse oase in Moerwijk

Het Indonesische restaurant Soeboer is vanaf oktober met ‘Soeboer Garden’ te vinden pal naast station Moerwijk. Op de plek waar jaren een pannenkoekenboerderij heeft gezeten, lokt straks de geur verse saté je naar de Javaanse oase die eigenaar Ragnar Flink er wil creëren. “Als mensen uit eten gaan, willen ze een ervaring. Die krijgen ze bij ons!”, verzekert hij.


 

De Indonesische keuken heeft het moeilijk in Den Haag. Maar waar verschillende restaurants en toko’s de voorbije jaren hun deuren hebben moeten sluiten, opent Soeboer er juist steeds meer. In 2012 breidde het bedrijf al uit met een eethuisje in het Zeeheldenkwartier. De eigentijdse uitstraling van die zaak illustreert waar Soeboer naartoe gaat. Want, alhoewel Soeboer sinds jaar en dag wordt geroemd om haar authenticiteit heeft Ragnar besloten het roer flink om te gooien. “Ons restaurant op de Brouwersgracht ziet er precies zoals het was toen we er 33 jaar geleden begonnen, Tegenwoordig willen mensen dat ouderwetse niet meer. Als mensen uit eten gaan, willen ze namelijk een ervaring. Die krijgen ze straks zeker bij ons in Moerwijk”, aldus Ragnar.

Samen met bedrijfsleider Selma Ettahiri is Ragnar het afgelopen jaar druk geweest het oude pannenkoekenhuis klaar te stomen voor een toekomst als modern Indonesisch eetparadijs. Eigenlijk twee, want op de nieuwe locatie komt zowel een restaurant als een toko om eten af te halen. “De toko wordt een tweelingzusje van de waroeng in de Piet Heinstraat”, verklapt Selma.
Ragnar, van huis uit aannemer, houdt zich eigenhandig bezig met de verbouwing terwijl Selma de organisatie op poten zet. Selma: “Toen Ragnar vertelde dat we daar een vestiging zouden openen, was ik wel even verbaasd. Maar hij heeft het talent om zonder foto’s je iets te laten inbeelden. Nadat hij had verteld wat hij voor ogen had, snapte ik welke kansen hij zag”.

Tuin

Ook anderen kunnen inmiddels zien wat Soeboer in Moerwijk van plan is. Naast de verbouwing aan binnen- en buitenkant van het pand is ook de tuin grondig opgeknapt. Er is een grote vijver aangelegd, een buitenpodiumpje gebouwd waar indo-rockers zullen optreden en voor kinderen is er inmiddels een heuse speelweide. Daarbij komt nog een lounge-terras en een volière met tien tropische vogels. Ragnar: “Een kennis van me bood me de ara’s, een soort papegaaien, aan. Ik dacht: waarom ook niet? Gewoon, omdat het leuk is”.
Alhoewel menigeen de wenkbrauwen fronst bij de keuze voor Moerwijk zijn Ragnar en Selma vooral blij met het besluit daar het mini-imperium uit te breiden. “Ik ben iemand die kijkt naar wat de mogelijkheden zijn. In 1958 zijn we in de Koningstraat begonnen. We komen dus uit de Schilderswijk, op het Noordeinde hebben wij niks te zoeken. In Moerwijk, waar gewone mensen wonen, passen wij juist goed”, stelt Ragnar. Selma weet dat dertig procent van de huidige klanten sowieso uit de omgeving van Moerwijk komt. “Moerwijkers houden van lekker eten, mensen uit Wassenaar genieten meer van een kleine prijs”.

Onvervalst

Met de belofte dat Soeboer Garden “een échte oase” wordt, voedt het personeel de nieuwsgierig die het proeft onder klanten gretig. Tegelijkertijd heeft Selma haar collega’s gevraagd klanten gerust te stellen. Het nieuwe jasje verandert namelijk niets aan de oorspronkelijkheid van de Javaanse keuken die Soeboer op de kaart heeft gezet. Soeboer zal immers nooit gaan goochelen met recepten en houdt vast aan hoe rendang, babi ketjap en saté kambing al eeuwen het beste smaken. Selma: “Laatst vierde een Indische vrouw in ons restaurant haar negentigste verjaardag. Tijdens haar toespraak roemde ze onze keuken omdat ze vindt dat het eten bij Soeboer net zo lekker smaakt als bij haar oma vroeger. Voor ons is dat een prachtig compliment: ze had het niet over haar moeder, maar zelfs over haar oma!”.

Van je klanten moet je het hebben
Hoe belangrijk een goed uithangbord is weten ze bij Soeboer als geen ander. Voor promotie kan het restaurant namelijk al jaren rekenen op hulp van een bijzondere vaste klant: minister-president Mark Rutte. Van jongs af aan komt hij bij Soeboer en het eetplezier betaalt hij graag terug door geen gelegenheid onbenut te laten om in interviews te vertellen over zijn favoriete Indonesische restaurant.

Meer informatie

www.soeboer.nl / facebook.com/soeboer1958

Adressen

Restaurant Soeboer | Brouwersgracht 29
Waroeng Soeboer | Piet Heinstraat 114
Restaurant / Waroeng Soeboer Garden | Assumburgweg 2 (opening medio oktober 2015)

Fotografie: Jurriaan Brobbel

Met Buurtsportvereniging keert ADO terug naar ‘achtertuin

Warmlopen voor een partijtje in het Zuiderpark

Het Zuiderpak was jarenlang de thuisbasis van voetbalclub ADO. Maar nadat de club in 2007 verhuisde naar het moderne Kyocera Stadion liet ADO een gat achter. Dat beseft ook Michel Kouer van ‘ADO in de Maatschappij’. Die stichting wil ervoor zorgen dat ADO zijn ‘oude achtertuin’ Moerwijk weer warm laat lopen voor een partijtje in het Zuiderpark en start in september met de ‘Buurtsportvereniging Het Zuiderpark’.


In het Zuiderpark rijden shovels druk heen en weer op de plek waar ADO ooit zijn velden had, met op de achtergrond Moerwijk. “Hier werd getraind, tegenwoordig doet het eerste elftal dat in het stadion. Onze jeugd is wel altijd in het Zuiderpark blijven trainen”, vertelt Michel. Zelf speelde hij hoog bij de amateurs, als rechtsback, maar tegenwoordig houdt hij zich bezig met talentenscouting én de Buurtsportvereniging Het Zuiderpark. “Als club willen we wat terugdoen voor Moerwijk. We zien het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat jongeren gaan sporten. Moerwijk is namelijk lang onze achtertuin geweest, maar sinds de club naar het Kyocera Stadion is verhuisd, hebben we er te weinig gedaan. Dat willen we veranderen”.

De sportvereniging is bedoeld voor jongeren tussen de 13 en 17 jaar oud. Niet de makkelijkste leeftijdscategorie, weet ook Michel. “Er zijn dan heel veel leuke dingen te doen, maar wij willen ze aan het sporten krijgen. Dat kan alleen door goede begeleiders voor de groep te zetten. Ze moeten namelijk wel het gevoel hebben dat ze echt iets leren, anders haken ze af. Naast professionals worden ook HALO-studenten (Haagse Hogeschool) ingezet die zo ervaring kunnen opdoen”.

Samenspel

Door samenwerking met de Haagse Hogeschool en ROC Mondriaan moet naast kwaliteit ook de betaalbaarheid van de vereniging worden gegarandeerd. “We weten dat we te maken hebben met een doelgroep die het niet breed heeft. We proberen de contributie daarom zo laag mogelijk te houden: voor 35 euro sport je een heel schooljaar, steeds in blokken van 8 weken. Helemaal gratis maken, heeft niet onze voorkeur. Op het moment dat er moet worden betaald, al is het maar een klein bedrag, heb je meer betrokkenheid. Als iets gratis is, ga je er anders mee om. En elke euro is hier echt wel iets waard”.

De leden van Buurtsportvereniging Moerwijk zullen overigens het eerste jaar aan de andere kant van de Melis Stokelaan aan de slag gaan. “De Sportcampus moet in het najaar van 2016 klaar zijn, tot die tijd gebruiken we de velden van het Roemer Visscher College”, vertelt Michel terwijl hij ernaartoe wandelt. “Hier beginnen we in september, leerlingen van de school krijgen straks allemaal sportles via de buurtsportvereniging”.

Daarmee is de buurtsportvereniging gegarandeerd van zo’n 400 leden, maar Michel streeft naar meer. “Uiteindelijk willen 600 jongeren hebben die sporten. Ze zullen niet alleen voetballen, maar ook zelfverdedigingssporten als boksen en judo staan op het programma. Het zijn sporten die discipline vereisen, dat is voor ons een belangrijk criterium”.

Rolmodellen

Michel verwacht dat het aanbod sporten snel wordt uitgebreid met dans, maar weet dat voetbal zonder enige twijfel op de meeste interesse kan rekenen. “Ze zullen echt niet allemaal de nieuwe Messi worden, maar we zullen ervoor zorgen dat iedereen op zijn niveau de beste training krijgt. Wie wat minder talent heeft, plaatsen we niet in een groep met hele goede voetballers. Dat demotiveert namelijk. Daarbij is het de bedoeling dat ook de profs van ADO clinics gaan geven. We hebben gemerkt dat spelers als rolmodel veel invloed kunnen hebben. Een tijdje terug was ik bij een clinic waar ADO-spelers Malone en Zuiverloon samen met jongeren regels opstelden; hun leraren waren ervan onder de indruk dat ze drie kwartier ademloos hebben geluisterd. Als spelers met jongeren praten over wat mag, zie je dat het echt aankomt”.

Met de sportactiviteiten denkt Michel jongeren in Moerwijk een nuttige tijdbesteding te bieden en teamgeest en discipline te kweken. Bovenal hoopt de projectleider dat jongeren plezier zullen hebben in ‘het spelletje’. “Ik zie wel eens ploegjes die met 14-1 achterstaan, maar toch met z’n allen de bal uit het doel halen als er is gescoord om zo snel mogelijk weer af te trappen. Dat laat zien dat ze plezier hebben én een sporters-mentaliteit!”.

Meer info
www.adodenhaag.nl/maatschappelijk
Fotografie: Jurriaan Brobbel

Op zoek naar een nieuwe roeping in Moerwijk

De Marcuskerk

Steeds harder galmt de roep om verandering door de kerk, maar over hoe die vorm moet krijgen tasten de meeste kerken vooralsnog in het duister. Om antwoorden te vinden, stuurde de protestantse gemeente waartoe de Marcuskerk behoort Bettelies Westerbeek naar Moerwijk. Daar onderzoekt deze missionair pionier hoe de ‘nieuwe kerk’ kan werken. Want alhoewel kerkbanken leeg blijven, geloven kerken niet dat de rol van God helemaal is uitgespeeld.


Bettelies (31) vertegenwoordigt een nieuwe generatie predikanten. Die weet dat het water aan de lippen staat van de kerk en spant zich in voor verandering van het instituut. “Je ziet dat overal kerken dichtgaan en dat niemand ze zal missen, behalve de mensen van de kerk zelf. Vorm en taal staan ver af van de mensen, terwijl de kerk juist een belangrijke functie kan hebben. Duidelijk is dat het oude concept van de kerk niet meer werkt en dat we op zoek moeten naar onze roeping in deze tijd”.

Die opdracht heeft Bettelies vorig jaar naar Den Haag gebracht; ze verruilde haar baan bij een ‘blanke yuppenkerk’ in Utrecht voor een pioniersplek in het hart van Moerwijk. “Ik kende de stad alleen van het Malieveld waar ik wel eens heb gedemonstreerd. Toen ik deze functie tegenkwam, was ik meteen enthousiast. Ik heb tijdens mijn reizen in Afrika en Azië gezien dat kerken van maatschappelijke waarde kunnen zijn. Het leek me interessant naar manieren te zoeken om zo’n connectie ook in Moerwijk te realiseren”.

Het eerste jaar in Moerwijk is Bettelies goed bevallen, al waarschuwden eerste indrukken voor een zwaar jaar. “De cijfers over armoede en werkloosheid in Moerwijk kende ik. Daar kun je heel bang van worden, maar door met mensen uit de wijk te praten werd alles een stuk normaler. Dat neemt niet weg dat ik geschrokken ben van de armoede; mensen worden hier omringd door problemen”.

Aandacht

Panklare oplossingen voor de problemen heeft MarcusConnect niet in petto. Toch gelooft Bettelies dat ze Moerwijkers iets te bieden heeft. “Vaak is er de verwachting dat we op het materiële vlak iets kunnen betekenen. Dat is wel lastig omdat kerken het ook niet breed hebben. Maar we doen wat we kunnen. Zo organiseren we buurtmaaltijden — mensen betalen wat ze kunnen missen — en bieden een oor. Ook hebben we een buurttuin waar iedereen welkom is. Het lijkt soms alsof we weinig kunnen doen, maar voor sommigen betekent contact op zich al heel veel. En wanneer we zien dat iemand professionele hulp nodig heeft, verwijzen we die persoon door”.

De Marcuskerk aan de Jan Luykenlaan moet wat Bettelies betreft een rustpunt zijn in een wijk met sores. In het aanjagen van verbindingen binnen de wijk ziet Bettelies een belangrijke taak weggelegd. “Het gaat er ons niet om op zondagochtend een volle kerk te hebben, MarcusConnect organiseert zelf geen kerkdiensten. Als blijkt dat daar behoefte aan is, zullen we dat misschien wel gaan doen. Het is niet zo dat als je bij ons komt voor een maaltijd dat we de deur op slot doen en je dwingen over Jezus te praten. Ons doel is namelijk niet om iedereen tot geloof te brengen. Natuurlijk kun je bij ons wel over geloofszaken praten, maar er komen ook genoeg mensen die het gewoon leuk vinden om tafelvoetbal te spelen”.

‘Ondanks alle moeilijkheden zijn mensen hier best gelukkig’

Zelf put Bettelies wel veel kracht uit het geloof. Dat helpt de prediktante bij haar missie om als kerkorganisatie van betekenis te zijn voor de wijk en sterkt bovendien haar overtuiging dat er ‘hoop’ is voor Moerwijk. “Het mooiste zou zijn als mensen hier zelf de regie kunnen voeren over hun levens. Want ondanks alle moeilijkheden zijn mensen hier best gelukkig. Ik heb het vertrouwen dat er de komende jaren in Moerwijk écht iets kan ontstaan”.

Meer moestuinen in Moerwijk
De tuin van de Marcuskerk is omgetoverd tot een plek waar groente, fruit en planten groeien en bloeien. Dat is wel eens anders geweest. “Het was een schimmige plek”, omschrijft Bettelies. Met hulp van de gemeente Den Haag en Duurzaam Moerwijk wist ze buurtbewoners te mobiliseren iets goeds te doen met het stuk grond. “Op veel manieren is de tuin symbolisch voor hoe we in Moerwijk werken. Door samen met de buurt groenten en fruit te kweken, ontstaat letterlijk nieuw leven. Het is ook een ontmoetingsplaats. We zaaien er dingen waarvan we nog niet weten hoe groot het zal worden. Het helpt ook dat er in Moerwijk veel mensen wonen die in hun thuisland gewend waren zelf voedsel te verbouwen”. Het project krijgt naar alle waarschijnlijkheid in 2016 een vervolg. Zo moet er een markt komen waar alle gewassen uit de tuin te koop zijn en worden op meer plekken in Moerwijk moestuinen aangelegd in binnentuinen. Fonds1818 zal daarbij een belangrijke partner zijn. “Als fonds ondersteunen we maatschappelijke initiatiefnemers en proberen we ze uit te lokken. Dat doen we ook in Moerwijk, één van de wijken in Den Haag waar het stukken beter kan. Onze ervaring is dat buurttuinen een positief effect hebben op de omgeving omdat ze voor het groen belangrijk zijn en de sociale cohesie bevorderen. Samen in de aarde wroeten schept namelijk een band”, aldus fondsdirecteur Boudewijn de Blij.

Update:
MarcusConnect is inmiddels Geloven in Moerwijk gaan heten en heeft zich inmiddels tot een heuse huis+tuin+keuken=kerk ontwikkeld

Meer info
www.marcuskerk-denhaag.nl 
www.facebook.com/marcusconnect 
www.fonds1818.nl
Adres Marcustuin: Jan Luykenlaan 92a
Fotografie: Jurriaan Brobbel

Succes is niet afhankelijk van waar je woont

De troonrede van Martin Muamba

Als puber ontvluchtte Martin Muamba (28) zijn thuisland Congo en kwam hij uiteindelijk terecht in Moerwijk. Ruim 6000 kilometer van zijn geboortegrond vandaan zou Martin graag zijn toekomst opbouwen. In Moerwijk kan volgens hem namelijk iedereen succes hebben.

Inmiddels woont Martin alweer veertien jaar in Nederland. Zijn ouders die in Congo achterbleven, heeft hij net als zijn thuisland nooit teruggezien. Het regime vond dat zijn vader dingen deed die niet mochten. Over wat er precies is gebeurd, spreekt Martin liever niet. Hij beschrijft het als een ‘verschrikkelijke gebeurtenis’. “Een vriend van mijn vader besloot me naar een plek te brengen waar ik veilig zou zijn. Hij hielp me vluchten, dat was voor hem ook gevaarlijk. Ik kwam in Nederland terecht, eerst in een asielzoekerscentrum. Daar heb ik een jaar gewacht om te weten naar welk opbouwhuis ik zou gaan”.

‘Het liefst blijf ik in Moerwijk. Het is weliswaar geen paradijs, maar ik voel me er inmiddels wel thuis’

Aanvankelijk werd de asielprocedure afgewezen. Na een beroepszaak kreeg Martin alsnog de AMA-status voor minderjarige asielzoekers, waarna hij onderdak kreeg in een opvanghuis. In plaats van op straat rond te hangen, koos Martin voor een andere tijdsbesteding. “Ik begon veel boeken te lezen, over verschillende culturen. Het was een van de weinige dingen die ik kon doen. Ook besloot ik dat ik per se de Nederlandse taal wilde leren, omdat ik het als een verplichting zag door te studeren. Willem Kramer van Vluchtelingenwerk heeft me daar ontzettend bij geholpen. Hij gaf me woordenboeken en we spraken een paar keer per week af zodat ik Nederlands zou praten”.

Ondernemerschap

Die inspanningen hebben hoorbaar resultaat gehad. Al klinkt zijn moederstaal Frans door in elk woord dat hij uitspreekt, in het Nederlands kan Martin zich goed uitdrukken. Zijn taalvaardigheid nam Martin mee naar school; aan het ROC Mondriaan behaalde hij verschillende diploma’s. “Met een vriend startte ik in 2005 een schoonmaakbedrijf. Dat ging hartstikke goed, we hadden veel grote klanten. We maakten kantoren en verschillende kledingwinkels in het centrum van Den Haag schoon”. Na een paar jaar moest Martin de deuren van het schoonmaakbedrijf sluiten. Zijn verblijfsvergunning liet en laat niet toe dat hij werkt, ook niet als zelfstandig ondernemer.

De ‘vrije tijd’ doodt Martin met een oude gewoonte; hij bezoekt vaak de bibliotheek en bereidt zich voor op het moment dat hij mag werken. “Ik schrijf projectplannen voor organisaties in het buitenland, dat gaat allemaal via internet. Ook heb ik in het kader van de krachtwijken het project ‘Welkom in Congo’ georganiseerd waarmee ik op een laagdrempelige manier mensen wilde laten kennismaken met mijn cultuur. Een ander project ging over vooroordelen”.

Die ervaringen neemt Martin mee naar de toekomst. Want, al zijn er dagen dat hij moedeloos door Moerwijk sjokt, houdt hij hoop. “Het doel was om naar de universiteit te gaan en professor te worden, maar dingen zijn anders gelopen… Nu werk ik toe naar het moment dat de IND, hopelijk, besluit dat ik hier mag blijven en kan werken. Ik wil een adviesbureau beginnen voor organisaties die in Afrika projecten willen doen. Dan kan ik zelf voor mijn vierjarige dochtertje Bea zorgen die bij haar moeder in Brussel woont”.

‘Om het grote probleem op te lossen, zou er meer aandacht moeten zijn voor individuele problemen’

Aftellen

In februari 2016 hoort Martin of hij een permanente verblijfsvergunning krijgt. Hij telt de dagen af. “Congo had geen plekje meer voor me, maar doordat ik niet weet of ik mag blijven, leef ik elke dag met grote onzekerheid. Dat voelt helemaal niet veilig, eerder als gevangenschap. Op een bepaalde manier accepteer je dat. Het liefst blijf ik in Moerwijk. Het is weliswaar geen paradijs, maar ik voel me er inmiddels wel thuis. Daarbij geloof ik erin dat succes niet afhankelijk is van waar je woont, wel van wat je doet”.

Ondanks de problemen in Moerwijk zou Martin er dus graag blijven. “Er wordt veel gesproken over onveiligheid, maar voor mensen uit Afrika voelt Moerwijk heel veilig. Het lijkt wel één groot probleem, maar als je goed kijkt, zie je dat er veel verschillende oorzaken zijn voor de problemen in de wijk. Om die op te lossen, zou meer aandacht moeten zijn voor individuele problemen”.

Fotografie: Roos Koole

Indiase Raita

Raita van Neelam

-	Doe 300 ml volle yoghurt in een schaaltje
-	Leng aan met 50 ml water
-	Voeg een geraspte komkommer toe (kwart van komkommer)
-	Mengen met verse koriander en zout en peper (naar smaak)
-	Bak in 1,5 theelepel olie komijnzaad op
-	Doe daar een snufje rode chili bij
-	Na 3 tot vier minuten haal je de komijn van het vuur en mix je het met de yoghurt en komkommer

Indiase Chai

Chai van Neelam

-	Doe 2,5 beker water, 2 groene kardemom en een halve gekneusde gember in een pannetje
-	Als het water kookt doe je zakjes Engelse thee erin, 2 tot 3 minuten laten trekken
-	Haal de theezakjes uit de pan en doe er 1,5 kop volle melk bij
-	Naar eigen smaak kun je suiker toevoegen
-	Breng de chai aan de kook
-	Laat het vervolgens 10 minuten op een laag vuur doorkoken.

Indiase Aloo Paratha

Aloo Paratha van Neelam

ingrediënten (±10 stuks)
Deeg
500 g volkoren tarwemeel
1 el zout
2 el zonnebloemolie
250 ml water

Aardappelvulling 
4/5 aardappels, normale grootte
1/2 theelepel zout
1 theelepel komijnzaad
2 fijngesneden groene chilipepers
4 el fijngesneden koriander (of munt)

bereiding

– Doe 500 gram tarwemeel in een schaal
– Voeg 1 eetlepel zout, 2 eetlepels zonnebloemolie en 250 ml water toe
– Kneed het tot een soepel, stevig deeg
– 10 minuten laten rusten

Aardappelvulling (aloo)
– Kook 4/5 aardappels tot ze zacht zijn en laat ze vervolgens afkoelen (aloo)
– Pel de aardappelen en plet ze (aloo)
– Doe daarna de fijngesneden groene chilipepers, koriander (of munt), komijnzaad en het zout erbij. Meng alles. (aloo)
– Verdeel het deeg en de aardappelvulling in 10 gelijke porties.
– Zet een bord naast je werkblad met wat bloem erop.
– Neem een balletje deeg en duw het langs beide zijden in de bloem. Rol het balletje uit tot een cirkel.
– Doe er een bolletje aardappelpuree in, vouw het dicht en druk het wat platter.
– Laat ze enkele minuten rusten.
– Neem een bal en duw nogmaals in de bloem en rol het uit tot een cirkel.
– Doe wat olie in de pan en bak de paratha. Na een paar seconden verandert de paratha van kleur en ontstaan luchtbellen. Draai de paratha om en bak ook de andere kant. Draai ze nogmaals om en doe 1 theelepel olie op de paratha. Draai ze weer om en duw er af en toe op met een spatel.
– De paratha’s mogen goudbruin gebakken zijn.

Indiase Palak Paneer

Palak Paneer van Neelam

ingrediënten (voor 4/5 personen)
Ui - 1 
Gember - 6 cm
Laurierblad 2/3
Kaneel - 3cm
Kruidnagel
Komijnzaad - 1eetlepel
Zwarte kardemom - 2/3 stuks
Groene kardemom -  2/3 stuks
Zwarte peper - 5/6 korrels
Garam masala - 1 theelepel
Kurkumapoeder - 1 theelepel
Paprikapoeder - 1theelepel 
Degi mirch - 1 theelepel
Korianderpoeder - 1 theelepel
Spinazie a la crème - 500 gram
Tomatenpuree - 1 grote tomaat gemengd met blikje tomatenpuree (70 gram) 
Indiase Cottage Cheese - 350 gram 
Kookroom - 250ml
Zonnebloemolie

Schermafbeelding 2015-09-15 om 16.35.37

Bereiden

– Doe 6 eetlepels olie in een diepe pan
– Zodra olie warm is zwarte kardemom, groene kardemom en kruidnagel toevoegen
– Als deze open gaan doe je komijn in de pan
– Doe een gesneden ui in de pan en meng deze met geraspte knoflook wanneer de ui glazig is
– 2 minuten bakken, totdat knoflook bruin is
– Dan korianderpoeder en kurkuma toevoegen (1 minuut bakken)
– Gember + tomatenpuree in de pan
– Degi mirch en paprikapoeder erbij
– Laat het geheel 7 tot 10 minuten op heel laag vuur bakken
– Wanneer olie gaat ‘drijven’ doe je spinazie a la crème erbij
– Roer de spinazie goed door de kruiden
– Voeg eventueel zout toe naar smaak
– Bak in een ander pannetje de cottage cheese lichtbruin
– Doe deze bij de spinazie en laat het gerecht met de deksel op de pan op een laag vuur
pruttelen. Om het ‘flexibel’ te houden roer je het nog even door.
– Na 20 minuten pruttelen doe je de kookroom erbij en roer je de room goed door de pan zodat de
spinazie de roomsmaak goed pakt.
– 7 minuten op laag vuur laten pruttelen
– Om het gerecht compleet te maken strooi je garam masala over de Palak Paneer (niet roeren!)
en doe je de deksel direct weer op de pan. Pas als je het gerecht op tafel zet, haal je de deksel
van de pan. “Zo blijf de geur en smaak in het gerecht”, aldus Neelam.

Thaise groene curry

Groene curry van Mayura

Ingrediënten
Groene curry (1 potje / Koh Thai)
Palmsuiker (2 blokjes / Jeeny’s)
Lichte sojasaus mushroom (Healthy Boy)
Kokosmelk (Pak 500 ml / Aroy-D)
Courgette
Bloemkool of broccoli
Wortel
Bamboescheuten (1 blikje / Albert Heijn)
Thaise basilicum
Zout
Thaise basilicum toe
Zonnebloemolie
Pandanrijst

Bereiding

– Snijd de groente (kan ook een groentemix)
– Kook de pandanrijst volgens bereidingswijze
– Doe 3 eetlepels zonnebloemolie in de wok
– Voeg 3 grote eetlepels currypasta in de olie en bak de curry aan
– Doe de harde groenten in de pan
– Laat het 5 minuten pruttelen
– Leng aan met 500 ml kokosmelk en 4 lepels sojasaus (voeg eventueel zout toe voor smaak)
– Doe de zachte groentes in de wok
– 5 minuten op laag vuur laten garen
– Voeg ten slotte de Thaise basilicum toe

* Voor de vleeseters: kook gesneden kipfilet en voeg deze toe aan de curry zodra de stukjes gaar zijn.

MijnMoerwijk_Magazine_Eten en Drinken_Thais_Mayura

Fotografie: Jurriaan Brobbel