Achter het Zuiderpark wonen ook mensen!
Moerwijk heeft het de laatste jaren flink voor de kiezen gekregen. Stadsdeeldirecteur René Baron is dan ook blij dat het tij zich zichtbaar keert, maar weet dat er nog genoeg werk aan de winkel is om het perspectief van de wijk definitief te veranderen. “We moeten anders naar de wijk gaan kijken”, stelt hij.
Voorbijgangers zullen vreemd hebben opgekeken toen ze drie volwassen mannen in de indianentuin bij de Zijpendal-straat zagen. Maar René had er zo zijn bedoelingen mee om juist daar voor een interview af te spreken. De plek staat immers symbool voor de toekomst van Moerwijk. Zo worden er door de Wijk-ontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuidwest nieuwe woningen gebouwd en ligt de speelplaats op steenworp afstand van het Heeswijkplein, dat in samenwerking met bewoners opnieuw wordt ingericht. Bovenal is de indianentuin een plek waar de kinderen van Moerwijk onbezorgd, veilig moeten kunnen spelen terwijl ze hun fantasie de vrije loop laten. René: “We willen wie hier opgroeit vasthouden en ervoor zorgen dat ze hier kunnen blijven wonen. Daarvoor zijn meer nieuwe, goede woningen nodig. Juist voor Zuidwest, met Moerwijk, zien we dat de woningvoorraad niet best is”. Op dat vlak valt nog veel terrein te winnen. Door de financiële problemen van Vestia en de beperkingen die de nieuwe Woningwet
de corporaties (ook Haag Wonen en Staedion) oplegt, is de ontwikkeling van Moerwijk immers behoorlijk in het slop geraakt. Inmiddels zijn de corporaties en andere bouwpartijen echter aan de beterende hand en verwacht René dat er meer nieuwbouw en grondige renovatie van woningen komt. “Naast sociale huur zijn koopwoningen en wat duurdere huurwoningen nodig. Dat voorkomt dat Moerwijk eentonig blijft. Voor een wijk is het belangrijk dat er voor ieder wat wils is: diversiteit zorgt voor dynamiek. Het moet dan wel ‘substantieel’ zijn, dus niet een paar losse huizen. Neem bijvoorbeeld het Erasmuspark bij de Leyweg, waar 600 woningen zijn gebouwd en er een heel leuk en krachtig buurtje is ontstaan”.
‘Moerwijk heeft een eigen treinstation en ligt tussen twee prachtige groengebieden’
Afgezien van nieuwe woningen wil René ook andere ‘uitdagingen’, zoals armoede, werkloosheid, overlast en (on)gezondheid aanpakken. Simpel zal dat niet zijn, maar kansen zijn er tegenwoordig meer dan ooit. Dat komt mede doordat ‘de politiek’ meer oog en gevoel heeft gekregen voor de wijken van Escamp. “Van oudsher zijn bij stads-vernieuwing eerst de wijken in de gordel rond het centrum, zoals de Schilderswijk, aan de beurt geweest. Moerwijk, eigenlijk heel Zuidwest, is daardoor op relatieve achterstand komen te staan. Ik heb me er hard voor gemaakt dat achter het Zuiderpark ook mensen wonen, dat daar zelfs een hele stad ligt, en wil de achterstand die er is gaan inlopen”.
Knoeperds
René denkt dat het helpt om op een andere manier naar de wijk te gaan kijken. “Moerwijk heeft een eigen treinstation en ligt tussen twee prachtige groengebieden, Overvoorde en het Zuiderpark. Ook is het centrum relatief dichtbij. Verder krijgen we straks een knoeperd van een bedrijf in het Zuiderpark: de nieuwe Sportcampus met 1.600 studenten. Ik zou het dood-zonde vinden als Moerwijk daar, als aangrenzende wijk, niet van profiteert”. Vanuit het stadsdeel zijn ambtenaren daarom bezig ervoor te zorgen dat de ‘knoeperd’ Moerwijkers direct wat oplevert. Dat is volgens René meer dan werkgelegenheid. “Het zou mooi zijn als bedrijven die worden ingehuurd, voor schoonmaak en beveiliging, bewust mensen uit Moerwijk aannemen, de zogeheten ‘social return’. Ook leveren al die studenten nieuwe mogelijkheden op; misschien moeten hun fietsen wel worden opgeknapt. Dat kunnen ze vaak zelf niet. Dat zie ik ook bij mijn eigen jongens; die vragen het aan pa…”.
De sportstudenten heet René van harte welkom; ze hebben Moerwijk immers ‘iets extra’s te bieden’. Tussen de 100 en 200 studenten zullen in de wijk gaan wonen, mogelijk in
de buurt van de Jan Luyken-laan. Daarmee worden dan twee vliegen in één klap geslagen: door faciliteiten te bieden die passen bij de nieuwe bewoners kan de overlast die daar is worden teruggedrongen. De Stationsbuurt ziet René als hét voorbeeld van hoe dat ‘werkt’. “Dat was 20 jaar geleden nog echt een gribus, maar doordat er is ingezet op studenten is de wijk helemaal tot bloei gekomen, met koffietentjes en winkeltjes die voor een goede sfeer zorgen. Natuurlijk zal Moerwijk nooit een chique wijk zijn, zoals het Statenkwartier, maar als het een beetje meer zoals de Stationsbuurt wordt, kunnen we heel tevreden zijn”.
‘Ik zou het doodzonde vinden als Moerwijk niet van de Sportcampus profiteert’