De troonrede van Martin Muamba
Als puber ontvluchtte Martin Muamba (28) zijn thuisland Congo en kwam hij uiteindelijk terecht in Moerwijk. Ruim 6000 kilometer van zijn geboortegrond vandaan zou Martin graag zijn toekomst opbouwen. In Moerwijk kan volgens hem namelijk iedereen succes hebben.
Inmiddels woont Martin alweer veertien jaar in Nederland. Zijn ouders die in Congo achterbleven, heeft hij net als zijn thuisland nooit teruggezien. Het regime vond dat zijn vader dingen deed die niet mochten. Over wat er precies is gebeurd, spreekt Martin liever niet. Hij beschrijft het als een ‘verschrikkelijke gebeurtenis’. “Een vriend van mijn vader besloot me naar een plek te brengen waar ik veilig zou zijn. Hij hielp me vluchten, dat was voor hem ook gevaarlijk. Ik kwam in Nederland terecht, eerst in een asielzoekerscentrum. Daar heb ik een jaar gewacht om te weten naar welk opbouwhuis ik zou gaan”.
‘Het liefst blijf ik in Moerwijk. Het is weliswaar geen paradijs, maar ik voel me er inmiddels wel thuis’
Aanvankelijk werd de asielprocedure afgewezen. Na een beroepszaak kreeg Martin alsnog de AMA-status voor minderjarige asielzoekers, waarna hij onderdak kreeg in een opvanghuis. In plaats van op straat rond te hangen, koos Martin voor een andere tijdsbesteding. “Ik begon veel boeken te lezen, over verschillende culturen. Het was een van de weinige dingen die ik kon doen. Ook besloot ik dat ik per se de Nederlandse taal wilde leren, omdat ik het als een verplichting zag door te studeren. Willem Kramer van Vluchtelingenwerk heeft me daar ontzettend bij geholpen. Hij gaf me woordenboeken en we spraken een paar keer per week af zodat ik Nederlands zou praten”.
Ondernemerschap
Die inspanningen hebben hoorbaar resultaat gehad. Al klinkt zijn moederstaal Frans door in elk woord dat hij uitspreekt, in het Nederlands kan Martin zich goed uitdrukken. Zijn taalvaardigheid nam Martin mee naar school; aan het ROC Mondriaan behaalde hij verschillende diploma’s. “Met een vriend startte ik in 2005 een schoonmaakbedrijf. Dat ging hartstikke goed, we hadden veel grote klanten. We maakten kantoren en verschillende kledingwinkels in het centrum van Den Haag schoon”. Na een paar jaar moest Martin de deuren van het schoonmaakbedrijf sluiten. Zijn verblijfsvergunning liet en laat niet toe dat hij werkt, ook niet als zelfstandig ondernemer.
De ‘vrije tijd’ doodt Martin met een oude gewoonte; hij bezoekt vaak de bibliotheek en bereidt zich voor op het moment dat hij mag werken. “Ik schrijf projectplannen voor organisaties in het buitenland, dat gaat allemaal via internet. Ook heb ik in het kader van de krachtwijken het project ‘Welkom in Congo’ georganiseerd waarmee ik op een laagdrempelige manier mensen wilde laten kennismaken met mijn cultuur. Een ander project ging over vooroordelen”.
Die ervaringen neemt Martin mee naar de toekomst. Want, al zijn er dagen dat hij moedeloos door Moerwijk sjokt, houdt hij hoop. “Het doel was om naar de universiteit te gaan en professor te worden, maar dingen zijn anders gelopen… Nu werk ik toe naar het moment dat de IND, hopelijk, besluit dat ik hier mag blijven en kan werken. Ik wil een adviesbureau beginnen voor organisaties die in Afrika projecten willen doen. Dan kan ik zelf voor mijn vierjarige dochtertje Bea zorgen die bij haar moeder in Brussel woont”.
‘Om het grote probleem op te lossen, zou er meer aandacht moeten zijn voor individuele problemen’
Aftellen
In februari 2016 hoort Martin of hij een permanente verblijfsvergunning krijgt. Hij telt de dagen af. “Congo had geen plekje meer voor me, maar doordat ik niet weet of ik mag blijven, leef ik elke dag met grote onzekerheid. Dat voelt helemaal niet veilig, eerder als gevangenschap. Op een bepaalde manier accepteer je dat. Het liefst blijf ik in Moerwijk. Het is weliswaar geen paradijs, maar ik voel me er inmiddels wel thuis. Daarbij geloof ik erin dat succes niet afhankelijk is van waar je woont, wel van wat je doet”.
Ondanks de problemen in Moerwijk zou Martin er dus graag blijven. “Er wordt veel gesproken over onveiligheid, maar voor mensen uit Afrika voelt Moerwijk heel veilig. Het lijkt wel één groot probleem, maar als je goed kijkt, zie je dat er veel verschillende oorzaken zijn voor de problemen in de wijk. Om die op te lossen, zou meer aandacht moeten zijn voor individuele problemen”.